Verfrissend tussendoortje uit 2016. In dit zeer dunne boekje met twee essays geeft Oz zijn overtuigde en overtuigende visie op het conflict in het Midden-Oosten, en meer specifiek op de catastrofale spanningen tussen Israël en Palestina.
Dit is uiteraard geschreven voor de gruwel en daarop volgende oorlog die startte in oktober 2023, dus zijn ietwat hoopvolle toekomstbeeld op het einde klinkt nu misschien wat naïef, maar zijn heldere en genuanceerde blik op de zaak is voor mij een verademing in een tijd waarin polarisering en gebrek aan zelfkritiek de boventoon lijken te voeren in bijna elk debat over dit conflict.
Langs de ene kant zijn er mensen zoals Fatena Al-Ghorra, die er in De Afspraak maar niet in slaagde om de gruwel die Hamas op 7 oktober pleegde zelfs maar lichtjes als gruwel te omschrijven, en aan de andere kant zijn er uiteraard ook harteloze haviken die geen moer geven om het leven van de oorlogsslachtoffers in Gaza, of het lot van iedereen die daar in mensonwaardige omstandigheden is moeten vluchten.
In beide kampen wemelt het van de fanatici, en het siert Oz (en dat is wellicht typisch voor een schrijver: de verfijning van de empathie), dat hij hier een poging doet om naar een gemeenschappelijke grond te zoeken.
Hij was zelf soldaat in twee oorlogen, en zegt expliciet opnieuw de wapens te zullen opnemen 'als mijn belangrijkste waarden fundamenteel bedreigd zouden worden' (dus niet om in de bezette gebieden nog meer Palestijnen uit hun huizen te jagen), maar is tegelijk ook één van de grondleggers van de Israëlische vredesbeweging.
Hij schrijft:
Fanatisme is ouder dan de islam, ouder dan het christendom, ouder dan het judaïsme, ouder dan elke staat of regering en elk politiek stelsel, ouder dan elke bestaande ideologie of geloofsovertuiging. Fanatisme is helaas een altijd aanwezig onderdeel van de menselijke aard; een gen voor het kwaad, zo u wilt. Mensen die in Amerika abortusklinieken opblazen, mensen die in Europa moskeeën en synagogen in brand steken, verschillen alleen in de schaal van hun misdaad van Bin Laden, niet in de aard ervan.
Met andere woorden, in de ogen van een fanaticus is iedereen die verandert een verrader. En het is een moeilijke keuze, de keuze tussen een fanaticus worden of een verrader worden. In zekere zin maakt het feit dat je geen fanaticus bent, je tot op bepaalde hoogte en in bepaald opzicht in de ogen van fanatici tot een verrader.
De essentie van fanatisme ligt in de wens om andere mensen te dwingen tot verandering. De gangbare neiging om je buurman te verbeteren, je echtgenoot bij te schaven, je kind af te richten of je broer op het rechte pad te brengen in plaats van hen te laten zijn zoals ze zijn. De fanaticus is een uitermate onzelfzuchtig schepsel. De fanaticus is een grote altruïst. Vaak is de fanaticus meer in u geïnteresseerd dan in zichzelf. Hij wil uw ziel redden, hij wil u verlossen, hij wil u bevrijden van zonde, van dwaling, van het roken, van uw geloof of van uw ongelovigheid, hij wil uw eetgewoonten verbeteren of u van uw drink- of stemgedrag genezen.
Ik heb ook altijd een pijnlijke steek in mijn borst wanneer ik humorloze mensen tegenkom die 100% overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Persoonlijk ben ik iets minder hoopvol over de mogelijkheden om doelbewust en op grote schaal fundamentele meningen van mensen te beïnvloeden, zeker in deze internettijden, waarin je over eender welk randfenomeen duizend pagina's kan vinden, en evenveel medestanders die je bevestigen in je gelijk.
Het belangrijkste punt van Oz is dat zowel Palestijnen als Joden eigenlijk verschoppelingen zijn, die allebei een vergelijkbare aanspraak maken op het grondgebied waar ze nu over bakkeleien, en dat ze dat zouden moeten erkennen, en vervolgens allebei half door de knieën gaan in een wellicht pijnlijk, maar aanvaardbaar compromis:
En dat is precies wat hier het geval is, niet alleen tussen Israëli en Palestijn, maar ook tussen jood en Arabier. Beide partijen kijken naar elkaar en zien in de ander het beeld van hun voormalige onderdrukker. In veel heden- daagse Arabische literatuur, maar niet in alle (en ik moet hier een voorbehoud maken: ik ken de Arabische literatuur alleen in vertaling, omdat ik helaas geen Arabisch lees), worden de joden, met name de Israëlische joden, afgeschilderd als verlengstuk van het blanke, intellectualistische, tirannieke, koloniserende, wrede, harteloze Europa van vroeger. Zij zijn de kolonialisten die nogmaals naar het Midden-Oosten zijn gekomen, deze keer vermomd als zionisten, en ze zijn gekomen om te tiranniseren, te koloniseren en uit te buiten. Het zijn dezelfde mensen. Heel vaak zien Arabieren, zelfs sommige ontvankelijke Arabische schrijvers, ons, Israëlische joden, niet als wat we feitelijk zijn een stel half-hysterische vluchtelingen en overlevenden, achtervolgd door gruwelijke nachtmerries, niet alleen getraumatiseerd door Europa, maar ook door de manier waarop we in Arabische en islamitische landen zijn behandeld. De helft van de bevolking van Israël bestaat uit mensen die Arabische en islamitische landen zijn uitgeschopt. Israël is in feite één groot joods vluchtelingenkamp. De helft van ons volk bestaat uit joodse vluchtelingen uit Arabische landen, maar zo zien de Arabieren ons niet; zij zien ons als een verlengstuk van het kolonialisme. En zo zien wij, Israëlische joden, de Arabieren en met name de Palestijnen niet als wat zij in wezen zijn: slachtoffers van eeu- wenlange onderdrukking, uitbuiting, kolonialisme en vernedering. Nee, we zien hen als de aanstichters van pogroms en als nazi's, die zich deze keer in een kaffiya hebben gehuld, die een snor hebben laten staan en een bruin kleurtje hebben gekregen, maar die dezelfde hobby hebben, namelijk voor de lol joden om zeep brengen - kortom, sprekend onze voormalige onderdrukkers. In dat opzicht is de onwetendheid aan beide zijden groot: niet zozeer politieke onwetendheid over doelstellingen en idealen, maar onwetendheid over de achtergronden, over de diepe trauma's van de twee slachtoffers.
De kans dat een gewenste en noodzakelijke vermindering van het fanatisme er ook effectief komt is moeilijk in te schatten, aangezien er ook een belangrijk religieus aspect is aan dit conflict, dat over het algemeen niet al te veel aandacht krijgt.
Ik las net nog een ander dun boekje, van de Frans-Marokkaanse schrijfster Leïla Slimani, en eigenlijk sluit dit prachtig aan bij wat Oz zegt. Ook zij heeft het over het toegenomen fanatisme, en in een paar kortverhaaltjes kijkt zij nostalgisch terug op hoe haar grootouders keken naar religieuze verschillen en verdraagzaamheid.
Laten we hopen dat mensen als Oz en Slimani meer gehoord worden, maar als dat niet helpt, komt mijn kinderlijk eenvoudig voorstel tot wereldvrede weer als realistische oplossing voor de wereldvrede naar boven drijven: LSD in het leidingwater, overal ter wereld. Onaangekondigd zullen mensen zich verbonden voelen met een universele kracht, ze zullen zich vermeien met prachtige visoenen van eenheid en diepe vrede en vreugde en de wapens zullen worden omgesmeed tot ploegijzers voor gezamenlijk werk op de velden van de gedeelde menselijkheid.
Comments