Met een hoofdje vol vooroordelen heb ik dit boek, dat ik toevallig ergens tegenkwam (allé, niet letterlijk, want ik lig nog altijd te Oblomoveren in de zetel, maar figuurlijk, door voor de zoveelste keer alle internetpaginabladwijzers één voor één te openen en dan wat doelloos rond te klikken), gelezen.
Vooroordelen over de tirannie van opgroeien in een diepgelovig (protestants) boerengezin in Nederland, van de toorn van god en zo. Ik had zelfs al allerlei meningen klaar over dogma, vrijheid, ontplooiing, enzovoort. Maar dat was allemaal niet nodig.
Ik had nog nooit van Franca Treur gehoord, maar las in een Q&A met Lale Gül (haar debuut 'Ik ga leven' heb ik ook klaarliggen en ik vermoed dat mijn vooroordelen daarbij jammer genoeg eerder wel bevestigd zullen worden) dat zij goed overeen komen en schrijverstips uitwisselen. Dan las ik dat ze enkele debuutprijzen had gewonnen, flink verkocht ook, en dat het boek gelijkenissen heeft met Knielen op een bed violen.
Dat boek van Jan Siebelink (dat ik met bijzonder veel plezier heb gelezen) gaat inderdaad ook over het leven in een strenggelovige context, maar hoewel Franca Treur een zeer aardige pen heeft, zijn beide boeken qua roman toch van een ander niveau, van een andere wereld lijkt het zelfs.
Bij Franca Treur speelt het zich om te beginnen recenter af en lijkt het dus door de hele context al minder veraf. De samenleving waarin het zich afspeelt is in z'n geheel al een stuk meer vrijgevochten dan de periode waarin het verhaal van Siebelink zich afspeelt.
Die man schreef dat bovendien op zijn 67, na een lange loopbaan als schrijver. Nogal normaal dus dat het dan allemaal meer doorwrocht en uitgekiend is. Alleen al beide titels maken dat onderscheid bijzonder goed duidelijk.
In Dorsvloer vol confetti is de impact van het geloof dat het gezin van hoofdpersonage Katelijne aanhangt is, hoewel naar Vlaamse normen gigantisch, minder dramatisch dan ik op voorhand had verwacht. Het is dominant en dwingend, maar er wordt eigenlijk helemaal geen zware ontvoogdingsstrijd gevoerd.
Dat is mijn grootste kritiek op dit boek: het hele 'verhaaltje' (om het een beetje oneerbiedig te stellen), heeft niet zo veel om het lijf. Ik dacht bij het lezen eerder: wat een aandoenlijke kneuterigheid, en niet: wat een allesoverrompelende trog van onontkoombaarheid.
Bij Treur zijn de (autobiografische) observaties best degelijk, maar door de opdeling in hoofdstukjes die het geheel wat aan een feuilleton doen denken kreeg ik ook wat Jip en Janneke-vibes.
Wat drink je hierbij?
Verse melk vol vet.
コメント