top of page

Een schitterend wit - Jon Fosse

SPOILERS AHEAD


Ik ben nogal een letterlijk mannetje. Hoewel ik fan ben van metaforen lijk ik ze enkel te kunnen verteren wanneer ze kort en gebald zijn, zoals bij spreuken, zegswijzen of andere aforismen. Eén van mijn favorieten in deze sfeer is:

'Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.'

En ook:

'De appel valt niet ver van de boom.'

Meer wijsheid heeft een mens eigenlijk niet nodig. Dit is evolutiepsychologie, genetica, pedagogie en nog veel meer in twee korte zinnetjes.


Maar wanneer het over langere teksten gaat, waarbij één en ander nobelprijswaardige niveaus van subtiliteit bereikt, krijgt baasje het lastiger. Zo ook met dit bijzonder en bijzonder korte (dit lees je op minder dan een uur uit) boekje van Jon Fosse.


Wat op het eerste zicht lijkt op een stream of consciousness van een eenzame man die zich met zijn wagen in een bos komt vast te zitten en door het duister en de sneeuw begint rond te dolen, blijkt (volgens de achterflap) een soortement meditatieve evocatie van de dood of een soortement stervensproces te zijn.


Wat je leest zijn de gedachten van een verwarde man, die twijfelt, zichzelf veel herhaalt:

Dat ga ik doen. Dat ga ik proberen. Want wat kan ik anders doen. Ik kan in elk geval niet zomaar op een steen gaan zitten, dat is in elk geval zeker. Maar het is zo donker geworden dat het wel moeilijk zal zijn om mijn voetsporen te zien ook al zou ik het pad vinden. Ik moet opstaan. Ik moet maar gewoon een kant op gaan, dan zal ik het pad wel vinden. Welke kant ik op zal gaan, dat weet ik niet, en aangezien ik dat niet weet doet het er niet toe welke kant ik op ga. Ik moet gewoon op pad gaan. Ik ga op pad. Ik loop rechtdoor. Ik denk bij mezelf dat dit nooit goed kan aflopen. Ik zal doodvriezen. Als er geen wonder gebeurt, dan vries ik dood. En misschien was het juist daarom dat ik het bos ben ingegaan, omdat ik dood wilde vriezen. Maar dat wil ik toch niet. Ik wil toch niet dood. Of is juist dat wat ik wil. Maar waarom wil ik dood. Dat is juist wat ik niet wil, en daarom wil ik mijn auto terugvinden zodat ik weer warm kan worden. En nu ga ik op pad, nu ga ik zo snel als ik maar kan op pad...

Nu ik dit citaat opnieuw lees is het eigenlijk niet zo dubbelzinnig meer. Of toch: want er gebeuren later rare dingen, maar waar die zich in de fysieke wereld situeren is vaag. De man komt immers een vreemde witte gedaante tegen, en dat lijkt natuurlijk op het fameuze 'licht' waar stervenden naar men zegt (maar wie gelooft er nu een dood mens?) in contact mee komen.



Even later komt hij ook zijn ouders tegen, en een man in een zwart pak:

Ik ben moe en ik heb zin om te gaan liggen. Maar dat kan ik niet doen, want dan kan ik in slaap vallen en dat mag niet, niet hier in het donkere bos. Diep in het donkere bos. Ik doe mijn ogen dicht. Maar zelfs als ik mijn ogen dichtdoe zie ik alleen de dichte duisternis. Verder niets, alleen zwart, alleen duisternis. En dan die man die ik zag in een zwart pak. En met een wit overhemd en een zwarte stropdas. En liep hij ook niet op blote voeten. Ja, op blote voeten in de sneeuw. Deed hij dat niet. Jazeker, ik geloof het wel. Ja, dat hij op blote voeten was, dat zag ik wel, maar in zekere zin zag ik het ook niet. Zo moet het geweest zijn. Ik doe mijn ogen open. En nu staat de man in het zwarte pak vlak voor me. Daar staat hij en hij kijkt me recht aan. Wie kan het zijn. En nu zie ik duidelijk dat hij op blote voeten is. Hij staat met blote voeten in de witte sneeuw. Dat dat kan. Maar alles lijkt wel mogelijk. Alles. Alles bij elkaar. Alles lijkt te kunnen. Ook op blote voeten in de sneeuw staan, diep in het bos, midden in het donkere bos, gekleed in een zwart pak...

Dus wanneer we ons volledig laten zakken het metaforisch bad en ons onderdompelen in de ervaring, dan is waar dit allemaal gebeurt eigenlijk niet van belang. Misschien zijn dit de laatste zieltogende gedachten van een man die ergens in een ziekenhuis in coma ligt en schier zijn laatste adem uitblaast in een golf van bevreemdende hallucinaties, of misschien reed die man zich werkelijk vast en vroor hij langzaam dood op de ronde steen onder een boom.


Ontregelend kort stukje proza.

6 views

Recent Posts

See All

Comments


bottom of page