Je weet het. Je kent er iets van. Je ziet het in zwart-wit op een scherm passeren, maar dat is ver en afstandelijk. Gruwelijk, maar niet dichtbij.
Dit boek liet me huilen (in een binnenspeeltuin nota bene) van de onbegrijpelijke onmenselijkheid van de vernietigingskampen.
Lees dit boek, en als je dat niet doet, lees dan tenminste dit citaat:
"We bewaarden de herinneringen aan ons vroegere leven, maar vaag en ver, en daarom oneindig dierbaar en schrijnend, zoals voor ieder mens de herinneringen zijn aan de vroegste kindertijd en aan alles wat voorbij is;
terwijl het ogenblik van aankomst in het kamp voor ieder van ons het begin was van een andere reeks herinneringen, scherp en hard ditmaal, steeds opnieuw bevestigd door de onmiddellijke ervaring, als wonden die elke dag weer opengaan. De berichten die we op het werk hoorden over de invasie van de geallieerden in Normandië, het Russische offensief en de mislukte aanslag op Hitler hadden hoog opslaande golven van hoop ontketend, die algauw weer waren vervloeid.
Allemaal voelden we onze krachten wijken, elke dag meer, onze levenswil doven, onze gedachten afstompen; en Normandië en Rusland waren zo ver, en de winter zo dichtbij; zo reëel onze honger en wanhoop en zo irreëel al het andere, dat we niet echt konden geloven dat er werkelijk een andere wereld en een andere tijd bestonden dan onze wereld van modder en onze doodse, dompige tijd waaraan we ons geen eind konden denken."
Comments