top of page

The Sea - John Banville

Lange tijd geleden woonde ik als student in een huis in Leuven. Er woonden daar nog een aantal andere mensen, waaronder een bijzonder heerschap, gezegend met de bijnaam ‘vies Milleke’, hoewel hij voor zover we dat sporadisch controleerden best hygiënisch genoemd mocht worden.


Dat Milleke was een uiterst intelligente jongeman die zijn verstand verspilde aan een opleiding Nederlandse Taal- en Letterkunde en derhalve af en toe betrapt werd met een boek in de hand. Dat in zijn andere hand vaak een flesje Jupiler te vinden was, vond ik slechts een luttele compensatie.


Vaagweg kan ik me herinneren dat ik hem dit werk van Banville zag lezen en hem vroeg wat er van was. ‘Ja, dat is dus heel erg goed hé,’ wist hij te zeggen, met zijn typisch gebruik van woorden om de dingen duidelijk te maken die duidelijk gemaakt moesten worden.


Tijdens de tussenliggende bijna twee decennia heb ik deze lofbetuiging professioneel genegeerd bij mijn literaire keuzes, maar recent kwam The Sea in mijn blikveld in de sectie Engelstalige boeken in mijn favoriete bibliotheek in Gent. Dat Banville hiermee de Booker Prize heeft gewonnen in 2005 wist ik niet, maar het verklaart natuurlijk wel de typische overdaad aan promo-quotes op allerhande flappen van het boek, zoals deze:

'A masterly study of grief, memory and love recollected'

Merk op dat men bij lovende flapteksten op Engelse boeken geen punt aan het einde van het citaat zet. Vreemd. Persoonlijk zet ik wel punten aan het eind van mijn zinnen


Deze taalkundige aberratie terzijde gelaten kan ik de inhoud van de quote volmondig bijtreden. Op elk vlak blinkt deze roman uit. Ik zou nu een poging kunnen doen om al die vlakken op te sommen, maar aangezien ik niet, zoals Vies Milleke een opleiding Taal- en Letterkunde achter de kiezen heb, maar de nog minder nuttige studie der communicatie, ga ik me daar niet aan wagen.


Enkele eenvoudige lofbetuigingen wil ik u nog wel gunnen:

  • DIT BOEK HEEFT EEN PRACHTIGE STIJL.

  • DE STIJL IS BEHEERST.

  • BELEEFD OOK OP EEN VREEMDE MANIER.

  • DELICAAT OOK.

  • HET IS EEN MOOI VLECHTWERK VAN DE HERINNERINGEN VAN EEN OUDE MAN.

HIER IS EEN VOORBEELD.

OEI, IK BEN NOG AAN HET ROEPEN! WACHT iK PRoBeeR ER waT AaN TE dOEN.

Zo dat is beter:

There was no electricity and at night we lived by the light of an oil lamp. My father worked in Ballymore and came down in the evenings on the train, in a wordless fury, bearing the frustrations of his day like so much luggage clutched in his clenched fists. What did my mother do with her time when he was gone and I was not there? I picture her sitting at the oilcloth-covered table in that little wooden house, a hand under her head, nursing her disaffections as the long day wanes. She was still young then, they both were, my father and my mother, younger certainly than I am now. How strange a thing that is to think of. Everybody seems to be younger than I am, even the dead. I see them there, my poor parents, rancorously playing at house in the childhood of the world. Their unhappiness was one of the constants of my earliest years, a high, unceasing buzz just beyond hearing. I did not hate them. I loved them, probably. Only they were in my way, obscuring my view of the future. In time I would be able to see right through them, my transparent parents.

En ook deze:

I who was on the look-out for instances of bare flesh. It was of course the erotic exploits of these celestial beings that most took my fancy. The thought of all that tensed and tensely quivering naked flesh, untrammelled save by the marmoreal folds of a robe or a wisp of gauze fortuitously placed fortuitous, perhaps, but fully and frustratingly as protective of modesty as Rose's beach towel or, indeed, Connie Grace's swimsuit - glutted my inexperienced but already overheating imagination with reveries of love and love's transgressions, all in the unvarying form of pursuit and capture and violent overmastering.

7 views

Recent Posts

See All

Comments


bottom of page