top of page

Zeepijn - Charlotte Mutsaers

Toen ik, jaren geleden, nog Humo en Knack van cover tot cover las, kwam ik af en toe verwijzingen tegen naar de schrijfster Charlotte Mutsaers. Aangezien deze periode niet overlapte met de tijd waarin ik boeken las (die is trouwens nog maar een paar jaar geleden terug begonnen), kwam de gedachte niet bij mij op om een werk van haar ter hand te nemen.


Het moet één van de allerslechtste redenen ooit zijn, maar aangezien het gevoel nog niet helemaal is verdwenen voel ik me verplicht op te biechten dat ik een zekere angst en irrationele aversie voelde tegenover deze schrijvende vrouw, louter en alleen op basis van de beelden die van haar zijn verschenen. Misschien was het dat rode haar, of die lichtjes-halfgare blik:

Maar na het voltooien van Zeepijn moet ik berouwvol toegeven: mijn vooroordeel was totaal ongegrond.


Het is te zeggen: na de eerste twintig pagina's dacht ik:

Wat is dit voor vreemde onzin? Wat een bizar, irritatie opwekkende boek, dat tegelijkertijd bezwerend, gek en vlot-erudiet ontwapenend is. Wat zit de schrijfster allemaal te wauwelen? Wat een vreemde dennenkronkels zitten er in haar hoofd? Je wil het weggooien omdat het zo onvoorspelbaar is, maar tegelijkertijd ben je nieuwsgierig omdat het zo goed geschreven is, in evenwichtige, schone zinnen.

Maar ik las verder, en ging niet lang daarna overstag door de vreemde mix van hyperpersoonlijke kunst- en literatuur-essayistiek, voortgedreven door haar obsessie met de zee, kerstmis en dennenbomen.


Mutsaers lijkt over een encyclopedische kennis te beschikken van passages uit de wereldliteratuur die verwijzen naar haar obsessies, maar ondanks dit op papier bizarre uitgangspunt slaagt ze erin ook daarnaast vaak erg boeiend en raak te observeren, analyseren, en defenestreren.


Eén voorbeeld:

Afgezien van een vanzelfsprekend contact met dieren en dingen lijkt me een belangrijk onderscheid tussen kinderen en volwassenen dit: terwijl het kind altijd weer beangstigd en verbijsterd wordt door de dwingende en vaak zo duistere samenhang van alles, stelt de volwassene zich meestal supersceptisch op. Hij zoekt overal be- wijzen voor en als hij die niet vindt, zal hij zegevierend constate- ren dat een veronderstelde samenhang niet bestaat. Maar wat moet de volwassene dan? Moet hij zich overgeven aan allerlei holistisch gezwam? Is dat de bedoeling? Nee, dat is de bedoeling uiteraard niet. Van de slappe theorievorming van holistisch gezwam is nog nooit iemand wijzer geworden. De quasi- diepzinnigheid ervan heeft bovendien even weinig met de belevingswereld van het kind te maken als een kerstomaatje met een kabeljauw. Je openstellen voor betovering, wonderen en raadsels, dat is het eerder. Voor de volstrekte onverklaarbaarheid en onbe- heersbaarheid ervan. Verdraaid goed weten dat een post boc niet noodzakelijk op een praeter hoc hoeft neer te komen en je toch niet generen als je het zo beleeft. Dynamiek ontlenen aan de verbeel- ding. De vrije wil wantrouwen. Argwaan koesteren tegen waar- en werkelijkheden. De zon in de zee zien zakken, hoewel hij dat niet doet. De bliksem als bondgenoot beschouwen vermits hij zich niet sturen laat.

Aanrader.


Wat eet je daarbij?

Vis.

10 views

Recent Posts

See All

Comments


bottom of page